Bom onder de box 3 heffing

Onderwerpen in deze nieuwsflits:

– Bom onder de box 3 heffing
– Gebruikelijk loon DGA 2022

Bom onder de box 3 heffing

Op 24 december 2021 heeft onze hoogste belastingrechter – de Hoge Raad – een erg belangrijke uitspraak gedaan over de belastingheffing in box 3 van de inkomstenbelasting (inkomen uit sparen en beleggen). Hierin legt de Hoge Raad een bom onder de box 3 heffing. Vanwege uw mogelijke belang bij deze rechtspraak, informeren wij u uitgebreid over de inhoud.

De belastingheffing in box 3 wekt al jaren veel weerstand op. Het in de afgelopen jaren risicoloos te behalen rendement is minimaal (of inmiddels zelfs negatief door over de spaarrekening aan de bank te betalen rente). Maar de belastingaanslag over vermogen in box 3 blijft bij wat hogere vermogens uitgaan van een forfaitair rendement van meer dan 4%! Daarom wordt al jaren veel geprocedeerd over deze belastingheffing.

In eerdere procedures tegen box 3 over de jaren tot en met 2016, was de Hoge Raad nog terughoudend. Ook toen was het oordeel dat het inkomen wat risicoloos met sparen en beleggen kon worden behaald, lager was dan de forfaitaire 4% in de belastingwet. Maar gelijktijdig was het oordeel dat de wetgever een ruime beoordelingsmarge toekomt, waardoor de regeling niet als ‘buitenproportioneel’ werd bestempeld. Het werd aan de wetgever overgelaten om de wet aan te passen en het rendementspercentage meer in overeenstemming te brengen met de werkelijkheid.

Daarom is de belastingwet in 2017 aangepast. Over een relatief laag belegd vermogen, is het forfaitaire rendement nu lager dan de voorheen geldende 4% (in 2022 bijvoorbeeld 1,82%). Maar voor hogere vermogens vanaf ongeveer € 100.000 per persoon, is het percentage al hoger dan 4%. Het argument hiervoor is dat mensen met een wat lager vermogen vaak kiezen voor sparen (met lage rente) terwijl bij een hoger vermogen meer wordt gekozen voor beleggingen met een beter rendement.

De uitspraak van 24 december 2021 gaat over de belastingheffing in box 3 ná de belastingwijziging in 2017. De rechter vindt dat er ‘geen redelijke verhouding bestaat tussen de belangen die de wetgever had willen dienen met het in 2017 vernieuwde box 3 stelsel en de ongelijkheid die hierdoor werd veroorzaakt’. En daarmee komt de box 3 heffing in strijd met het vrije eigendomsrecht en het discriminatieverbod. Dat betekent voor deze procedure, dat in plaats van belasting over het in de wet gestelde rendementspercentage, de heffing werd beperkt tot het daadwerkelijk behaalde rendement in de jaren 2017 (en 2018).

Heeft u in de jaren 2017 en volgende belasting betaald over inkomen in box 3? En is het door u behaalde feitelijke rendement lager geweest dan het rendement waarop u bent aangeslagen? Dan heeft u op basis van deze uitspraak mogelijk recht op een belastingteruggaaf! Of u dat recht ook feitelijk kan inroepen, hangt af van de vraag of u op tijd bezwaar heeft gemaakt tegen de belastingaanslag. Zo niet, dan staat uw aanslag al definitief vast en zal de Belastingdienst een nu nog in te dienen bezwaar afwijzen. Heeft u wel tijdig bezwaar gemaakt? Dan dient u bij de inspecteur een berekening aan te leveren met het door u gerealiseerde rendement.

Op dit moment is onduidelijk hoe de Belastingdienst om zal gaan met deze materie. De uitspraak roept ook nog veel vragen op. De Belastingdienst heeft toegezegd op korte termijn meer duidelijkheid te geven hoe zij de lopende bezwaarprocedures zal gaan afwikkelen. Zal het rendement op individuele basis worden bepaald? Of komt er wellicht een meer algemene en praktische rekenregel voor het rendement op de in de aangifte aangegeven onderdelen van het vermogen? Ook gaan er stemmen op om deze rechtspraak tevens toe te laten passen op de jaren vanaf 2017 ongeacht of tijdig bezwaar is gemaakt.

Onze conclusie

U heeft vanaf het belastingjaar 2017 mogelijk recht op een vermindering van de belastingaanslag over uw inkomen in box 3. Daarvoor dient uw werkelijke rendement op het vermogen in box 3 lager te zijn geweest dan het forfaitaire rendement waarvoor u bent aangeslagen. Ook dient de belastingaanslag nog niet onherroepelijk te zijn. Dat is het geval indien tijdig bezwaar is gemaakt. Bovendien is het wachten op de Belastingdienst, die op korte termijn zal komen met antwoorden op ontstane vragen.

Lees hieronder hoe Biemans in het verleden is omgegaan met uw aanslag, het maken van bezwaar hiertegen en welke stappen wij nu gaan zetten.

Standaard bezwaar door Biemans

Vanaf 2014 tot medio 2019 hebben wij als onderdeel van onze service standaard bezwaar gemaakt tegen de box 3 heffing in aanslagen die wij voor onze relaties hebben gecontroleerd. De bezwaarschriften tegen de belastingjaren tot en met 2016 zijn in het verleden al door de Belastingdienst afgewezen, nadat uit de gevoerde procedures bleek dat de box 3 heffing over de jaren tot en met 2016 in stand moest blijven.
De bezwaarschiften tegen aanslagen over de belastingjaren vanaf 2017 zijn destijds door de Belastingdienst aangehouden en lopen dus nog. Deze bezwaren zullen binnenkort moeten worden aangevuld en afgehandeld.

Bezwaar op verzoek of u heeft dit zelf ingediend

Vanaf medio 2019 zijn wij gestopt met het standaard maken van bezwaar bij de controle van uw aanslag. De kansen op een succesvolle bezwaarprocedure werden door de rechterlijke uitspraken zeer beperkt. Alles leek erop dat dit slechts zou gelden in een situatie waarin de belastingheffing over uw box 3 vermogen, eventueel samen met andere negatieve ontwikkelingen in uw financiële positie, een zogeheten ‘individuele buitensporige last’ zou opleveren.

Als wij eerder al voor u bezwaar tegen box 3 hadden gemaakt, dan heeft u medio 2019 een brief van ons ontvangen over de zienswijze van de Hoge Raad en onze redenen om met het standaard bezwaar maken te stoppen. Ook hebben we daarna in onze correspondentie bij de controle van uw aanslag, gewezen op de mogelijkheid van het maken van bezwaar en het aan u overgelaten om (ons) bezwaar in te (laten) dienen. Sinds afgelopen najaar verloopt de controle van uw aanslagen niet meer via een brief per post maar via onze portal. Daarbij is de vermelding van de mogelijkheid van bezwaar vervallen maar hebben we u wel hierover in onze nieuwsbrief geïnformeerd en hebben we gelijktijdig een model voor het bezwaarschift op onze website geplaatst, zodat u hiervan gebruik kon maken.

Wanneer u vanaf medio 2019 zelf het bezwaar heeft ingediend of ons heeft gevraagd dit voor u te doen, dient dit bezwaar dus binnenkort door de Belastingdienst te worden afgewikkeld. Indien u zelf bezwaar heeft ingediend, dan vragen wij u vriendelijk dit ons te laten weten.

Heeft u geen apart bezwaar ingediend? Dan is het helaas niet mogelijk om alsnog bezwaar aan te tekenen tegen aanslagen die al meer dan zes weken geleden zijn opgelegd. Diverse partijen maken zich sterk om rechtsherstel aan iedereen te bieden. Niet alleen als formeel bezwaar is gemaakt, maar voor iedereen die op grond van de uitspraak van de Hoge Raad teveel belasting heeft betaald. Het is echter aan de politiek om dit in de wetgeving mogelijk te maken.

Bezwaar vanaf nu

Deze recente uitspraak is voor ons reden om opnieuw te starten met het maken van bezwaar bij de controle van uw definitieve aanslag. Wij gaan dit automatisch voor u doen om daarmee uw rechten zoveel als mogelijk veilig te stellen.
Wij kijken met belangstelling uit naar de reactie van de Belastingdienst op deze uitspraak (deze maand te verwachten) en houden u uiteraard op de hoogte van ontwikkelingen!

Gebruikelijk loon DGA 2022

Heeft u een aandelenbelang van 5% of meer in een B.V. verricht u arbeid in de B.V. , dan bent u DGA en verplicht een zogenaamd ‘gebruikelijk loon’ in aanmerking te nemen. Volgens de wettelijke regels moet een DGA een loon genieten dat het hoogste bedrag is van de volgende drie bedragen:

  • 75% van het loon van een werknemer in de ‘meest vergelijkbare dienstbetrekking’;
  • het loon van de meestverdienende werknemer;
  • een standaardbedrag van € 48.000 per jaar.

Het standaardbedrag was in 2021 € 47.000 en is op 1 januari dus met € 1.000 verhoogd. Was uw gebruikelijk loon in 2021 € 47.000? Als Loonservice Brabant de loonadministratie van uw B.V. verzorgt, dan zullen zij het salaris als service automatisch zetten op € 48.000. Daarmee voldoet u ook in 2022 aan de wettelijke vereisten.

Wanneer uw situatie niet (meer) aansluit bij bovenstaande vereisten of om andere redenen een andere aanpassing van uw salaris gewenst is, dan verzoeken wij u contact op te nemen met uw contactpersoon bij Loonservice Brabant.

Wij wijzen u nog op een formeel puntje. Bent u behalve werknemer ook bestuurder (directeur) van de B.V.? Op grond van de statuten van de vennootschap dient uw salaris te worden vastgesteld door de Algemene vergadering. Dus ook deze verhoging met € 1.000! Dit aandeelhoudersbesluit dient u schriftelijk vast te leggen in notulen. Graag verzorgen wij deze notulen voor u. Laat dit dan even aan ons weten.

Gezien de beperkte wijziging van het salaris, hebben wij ook een model voor het te nemen aandeelhoudersbesluit op onze website geplaatst. Dit kunt u zelf downloaden, invullen en ondertekenen, zodat u aan de wettelijke voorwaarden voldoet. Graag ontvangen wij dan een kopie van de getekende notulen voor ons dossier.